Pagina's

vrijdag, november 17, 2006

Doe eens wat - aan die cultuur in uw gat

Eerst en vooral wil ik melden dat ik niets te maken heb met de stoutmoedige diefte van Panamarenko's meikever.



Afgelopen nacht (nu ja, gisterenavond tot rond een uur of 10) fietsen wij door de wind, door de regen, van het ene museum naar het andere. Letterlijk, van het ene naar het andere. Twee musea mochten zich verblijden met onze komst.

Eerst het designmuseum. Daar waren we nog nooit geweest. De vaste collectie moest dit keer plaats maken voor Italiaans design. Nu hebben die Italianen naast de opwindendste geschiedenis, de mooiste vrouwen en de arrogantste mannen ook nog eens het mooiste design.

Iedereen die mij kent, weet zo ongeveer wat mijn mening tegenover auto's is. Met een auto plant - eh - beweegt men zich voort. Punt. Een echte man rijdt met een moto.
Maar nu stond mij daar toch wel een pittig exemplaar. De Alfa Romeo Brera. Waar die Brera op slaat, ik heb geen idee, en ben veel te lui om dat ook op te zoeken. Mooimooimooi.



Soit, niet alleen een mooie oto, het oog mag ook al eens verwend worden tijdens het:
koken (een prachtig fornuisje);
tv-kijken (als er niets op het scherm te zien is, kan je tenminste nog het toestel bewonderen);
kakken (onze eigenste wc-borstel!);
vrijen (een prachtige tafel :-p);
de dagelijkse sleur, quoi.

Daarna trokken we gezwind naar het MIAT. Ook daar waren we nog nooit geweest. Ik dacht eerst aan het Museum voor Industriële Architectuur en Techniek, maar dat bleek verkeerd: het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel.
Een doe-museum! Een prachtig groot scherm, gemaakt van touwen (!) diende als voordeur. Daarna een lesje geschiedenis. Waar kwam het katoen vandaag? Wel, van bij de negertjes die zo onbaatzuchtig waren om ons hun katoen gratis te overhandigen aan witte meneren.
Daarna waren er blanke kindertjes die eveneens onbaatzuchtig hun leven riskeerden tussen reusachtige weefgetouwen. En dat allemaal voor de rijkdom van een paar industriëlen. Schitterend toch!

We mochten enkele van die machines (soms meer dan 100 jaar oud) aan het werk zien. Onderandere de oudste machine van Belgie: de Mule Jenny. Vroeger kregen machines nog vrouwennamen. Tegenwoordig heten die HXt9xf12 of zo. Prachtig allemaal.

Na al die educatie hadden we natuurlijk oprecht dorst gekregen. Gelukkig lag op de weg naar huis een klein café, genaamd Het Gouden Hoofd. Daar hebben ze Augustijn van het vat. Lekker.



.

Geen opmerkingen: