Pagina's

donderdag, mei 31, 2012

Death Valley

Warm. Badwater. Droog. Warm. Laagteziekte. Droog. Warm. Smek. Dorst.











Viva Las Vegas!

We bezoeken Zion National Park op weg naar Las Vegas.
Opnieuw worden we per bus door het park vervoerd. Zalig is dat. We rijden mee tot een punt vanwaar je 3 toppen van bergen kan zien (Jacob,Abraham, Isaac) kort tripje, niet echt de moeite waard.
Dan rijden we nog een stuk verder naar de 'weeping rock': een overhangende rots waar water vanaf sijpelt en waar je hangende planten ziet. Bizar! Lekker doucheke kunnen pakken wel.
Vanop die plek doen we ook een wandeling naar 'hidden canyon'. Zeer fijne wandeling. Helemaal boven moet je je aan kettingen vasthouden omdat het pad te smal is. Spannend! We komen onderweg nog een zielige alleenstaande arch tegen. Toch raar dat die dingen gewoon ontstaan zo... 
Ooit, als we eens wat tijd hebben zullen we eens door de 'narrows' wandelen: je volgt dan een rivier tussen de rotsen, die misschien of misschien ook niet droog staat. 
We rijden door naar Las Vegas waar we tegen 19u aankomen. We vinden zeer gemakkelijk ons hotel, veel sfinxen zijn daar niet. In Las Vegas word je verplicht om bij om het even welke verplaatsing (vb. vanaf de parking naar het onthaal,...) een heel casino door te wandelen (met bagage, met sletsen, met okselvijvers, maar toch lijken we niet de marginaalste gasten..).
We waren van plan om een gokje te wagen maar de sfeer is er niet naar. Ofwel heb je overvette madammen die zich in een rolstoel verplaatsen wegens te veel vet aanwezig, ofwel heb je de macho's die met groene dollars staan te zwaaien (nu ja: alle dollars zijn groen, maar toch...). We kuieren de strip wat af en komen zo terecht in Parijs, New York, Egypte, ... en reisje op zich. Het is zo een 40°C en het waait keihard. De dagelijkse fonteinenshow in het Bellagio kan niet doorgaan door de wind. Soit, er zal wel iets op youtube staan.
Blij dat we morgen weer weg zijn uit dit oord van verderf (maar je móet het absoluut eens gezien hebben).

Droevig rotsje
Oew Smallekesss

De voortplanting

De voortplanting deel 2, oftwel voyeurisme.
Oew beetje diepkessss


Zo lelijk maat!

A knife, a fork...

Paris, Las Vegas

Euhmmmm

zondag, mei 27, 2012

Hoodoo Lady

En toen en toen en toen? Wel toen gingen we naar Bryce Canyon National Park. We reden er een hele dag over, met wat tussenstops hier en daar. Pootjegebaad in de Colorado bijvoorbeeld. Koud dat dat water is! Manman!
In Bryce is er terug een schitterende gratis shuttle die een stuk van het park afrijdt (amphitheater region).
We planden de volgende dag een zware wandeling van een paar uur te doen maar we doen er maar een uur of 2 over. We hebben spijt van de zware bergschoenen, deze konden we op onze teensletsen doen.
(wandeling : Peek-a-boo bovenste stuk en aaneensluitend een stuk van Navajo Trail).
Na de wandeling rijden we zelf nog over de rim (stuk dat de bus niet doet) en stappen aan de schone stukken uit. Het amphitheater is verweg het mooiste van het park. Omdat het hotel vlakbij is rijden we in de late namiddag terug, want we MOETEN dringend een stuk pie eten.
We rijden terug naar het park voor de zonsondergang en kijken vanop sunset point (haha) naar de hoodoos (dat zijn die rotsformaties die door water en vrieskou rare vormen krijgen).










A grand day out.

We overnachtten in Cameron Trading Post. Zowat het enige hotel/restaurant/giftshop in een straatje van een paar honderd kilometer lang.
Van daaruit bezoeken we de South Rim van de Grand Canyon. Naar het schijnt is de North Rim schoner (wegens ook wel minder druk bezocht) maar dat is 160 km verderop, enkel.
We doen een wandeling van een uur of 4 (South Kaibab Trailhead - We hebben heel de dag zin in Kebab. Mét looksaus) en doen voor de rest van de dag wat hop-on/hop-off met de gratis shuttle die de rim afrijdt. Om ieder hoekje krijg je wel een ander zicht van de canyon. Schoon maat!
We hangen wat rond tot de avond valt.


De wandeling. Een impressie. Er wordt hier en daar wat gezigzagd.

Ziggezagge ziggezagge hoihoihoi!



De South Rim wat afkuieren.





Fauna.
Het avondzonneke




Wanna see an antelope? De foto's.






















































Mexican Hat: het naambordje. Na een briesje wordt dit wel ooit eens Mexican Head

Rollercoasten door Valley of the Gods. Steile baantjes pakken helaas niet op foto.




Antelope Canyon




zondag, mei 20, 2012

Wanna see an antelope?

(opladen van foto's lijkt momenteel niet te lukken, zodra dat wel gaat volgt er een update)

We overnachtten in Mexican Hat, dat bleek een Mexican Gat te zijn. Maar het hotel was netjes, niet al te duur en het eten eetbaar. De plaats werd vernoemd naar één (1) stuk steen in de buurt.

Bij het ontbijt, op het terras van het hotel, maakte een Fransman die ook in het hotel logeerde nog wat reclame voor Valley of the gods. Amerika zit vol Fransen trouwens, precies een nest. Dankzij onze 4x4 konden we ruimschoots genieten van het off road pad dat door Valley of the gods loopt. Het leek af en toe meer op een ritje op de kermis dan op een ritje door de natuur. Valley of the gods is een absolute aanrader, veel meer dan Monument Valley. Vinden we.

Monument Valley is eigenlijk een hoop stenen met een lange rechte straat doorheen. Misschien lag het aan het moment van de dag (het was ongeveer middag), maar de vallei die geen vallei is liet bij ons weinig indruk achter.


Antelope Canyon daarentegen... Als je ooit het gevoel wil krijgen dat je in een toeristenval terechtgekomen bent, dan is een bezoek aan Antelope Canyon een absolute aanrader.In de zomermaanden worden er 700 toeristen per uur door de canyon gejaagd aan 30 dollar per stuk. Dat is ongeveer 660.000 Belgische frank. Per uur. 10 uur per dag. Pakt 100 dagen per jaar. Die canyon brengt de Navajo die hem uitbaten bruto minstens 660 miljoen Belgische frank per jaar op en dan rekenen we nog niet door. (Voor de jeugd: zo'n 16 miljoen Euro).

Maar zoals het cliché wil: als er veel toeristen zijn dan is er ook iets te zien. Wij hadden het "geluk" dat er slechts zo'n 150 toeristen in de 120 meter lange canyon waren. Tijdens de wandeling doorheen de canyon wees de gids ons op elke mogelijke plaats waar we schitterende foto's konden nemen. Hij was zelfs zo vriendelijk om ons te zeggen welke instellingen we moesten instellen en nam zelfs regelmatig het toestel uit onze handen om het zelf te doen. 700 toeristen per uur die 700 keer dezelfde foto's nemen. Zelf namen we er in totaal slechts een kleine 160. Allemaal onmisbaar, dat spreekt.

Na een kort bezoek aan Page (gesticht in 1957) reden we verder naar Cameron Trading Point, onze volgende stop.

maandag, mei 14, 2012

Down down

Tussen Moab en Mexican Hat, onze volgende stopplaats, lag nog heel wat te ontdekken gebied. We schreven al over Canyonlands. Maar Canyonlands is meer dan het noordelijke deel. Ten zuiden van de Colorado ligt nog een stuk. We dachten dat even snel te gaan bezoeken. Snel was misschien niet de juiste instelling, afstanden in de VS zijn immers langer dan in Europa. Een mijl is dan ook ongeveer 1,6 km. Voor je aan de ingang van een Nationaal Park komt heb je meestal al zo'n 30 km afgelegd. In het park zelf rij je ook nog eens een kleine 100 km om het een en ander te zien.

Canyonlands, de zuidkant dus.
 (Voor de ingang van Canyonlands ligt deze newspaper rock)


 (Deze twee schattige rotsjes zijn nog aan het oefenen om een grote arch te worden)

Op een parkeerplaats in Canyonlands werd duidelijk dat niet alleen de eekhoorns in Utah niet echt mensenschuw zijn. Twee raven probeerden eerst iets eetbaars te stelen uit een auto waarvan de eigenaars de ramen hadden laten open staan. Even later kwamen ze loeren of wij niet toevallig onze ramen open hadden laten staan. Terwijl we nog aan de auto stonden. Ofwel wilde die ene raaf het T-shirt van Wim van nabij komen checken.



 (In het echt is zo'n beest gigantisch)

(I'm king of the world!)
 (Where's Wendie?)
(De perfecte picnicplaats)

Na Canyonlands maakten we een kleine (in Amerikaanse termen) omweg naar Natural Bridges National Monument. Een arch wordt gevormd door regen en wind, een bridge wordt in de rotsen uitgehold door een rivier. (We hebben het zelf ook moeten opzoeken).

 (Een bridge met een onuitspreekbare Hopi-naam)
 (Onder overhangende rotsen hebben Pueblo-indianen deze gebouwen gebouwd: Horsecollar ruin)
(Een andere bridge)

Toen werd het echt wel tijd om het volgende hotel op te zoeken. Vanaf Natural Bridges was het nog zo'n 80 km rijden, een uurtje. Er stond ons echter nog een bijzondere verrassing op te wachten. Op ongeveer 10 km van Mexican Hat stopte het plateau waarop we ons bevonden abrupt. De lagergelegen vallei strekte zich voor ons uit. We moesten enkele honderden meter afdalen via de Moki Dugway, een onverharde gravelweg met steile stukken tot 10%. Dat het niet om te lachen was werd meteen duidelijk toen we enkele autowrakken in de afgrond zagen. Maar we hebben het overleefd. Of anders zijn onze geesten dit verslag aan het schrijven.
 (De Moki Dugway op Google maps, een aanrader om het eens met Streetview te doen)

(Auto, of wat ervan overblijft)