
Donderdag was het marktdag in San Gimignano. Het stadje is en was het Manhattan van de middeleeuwen en is tegenwoordig, ondanks de horden toeristen, een fijn stadje om doorheen te wandelen. Het is zo groot als een zakdoek, telt ontelbare toeristentraps (de goedkoopste fles wijn: 14 euro), maar desondanks een heerlijk stadje om in rond te dwalen.

Na het apropriefje en dergelijke meer, was het etenstijd. Brood met locale beleggingen, meer hoeft dat niet te zijn. En een lekker flesje wijn, natuurlijk.
Na deze drukke dagen was het tijd voor een dagje nietsdoen aan het zwembad. Gewapend met een goed boek en een tube zonnecrème nestelden we ons aan de rand. Wendie ging resoluut voor de zonnebrandkuur, ikzelf legde me te rusten en te lezen in de veilige schaduw van een parasol. Geen zonnebrand voor mij, neen bedankt.


Ten eerste: Als ge in de zon haat lihhen, moet ge u insmeren.
Ten tweede: Ook als ge in de schaduw liht, kunt ge verbranden.
Ten derde: als ge verbrand zijt, moet ge op de blaren zitten.
Na enkele uren bakken en braden was het welletjes. Wendie, die de hele dag in de zon had gelegen, vertoonde amper een spoortje van bruining. Ik, die de hele dag in de schaduw had gelegen, was zo rood als een kreeft. Dan is een mens al eens voorzichtig. Tss.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten