Pagina's

zondag, juni 17, 2007

Mount Meru

Maandag

Hoeveel personen gaan er in een dalla dalla?
+1
Een dalla dalla is een minibusje waar in de rest van de wereld 9+1 personen in gaan. Het rijdt een vaste route en het stuk van Jans huis naar de stad (5 km) kost 200 Tsh (14 cent). We zaten op een bepaald moment met 18 in de dalla dalla. We gaan naar de Masai Market, daar laten we ons een paar keer oplichten (Hoeveel kost dit? 10.000. Ik geef 5.000. Ok, verkocht. Dju, teveel betaald.)
We drinken daarna een glas in het Via Via cafe en ontmoeten John, onze gids voor de beklimming van de Mt. Meru.
s Avonds eten we in het Onsea guesthouse, zelfs naar Europese normen vrij duur. Op een bepaald moment valt de stroom uit. Vanop de helling zien we de hele streek in het donker liggen. Welkom in Afrika.

Dinsdag

It's a long way to the top, if you wanna rock 'n roll (AC/DC)
Vanaf vandaag beklimmen we Mt. Meru. Een uitgedoofde vulkaan en de tweede hoogste berg van Tanzania. John komt ons 's morgens oppikken. Naar Afrikaanse gewoonte is hij 20 minuten te vroeg ;-) Even later pikken we nog een drager op. Innocent is zijn naam, Inno voor de vrienden.
De koffer van de Landcruiser zit boordevol, maar de man kan daar nog gemakkelijk bij. Aan de ingang van het park stapt ook nog een gewapende ranger in, om ons te beschermen tegen de wilde dieren. Maneno.
Nog voor we aan de startplaats komen staat een giraf midden op de weg. Het beest heeft weinig zin om opzij te gaan. Dieren hebben dan ook absolute voorrang in de parken.
Tijdens de klim hebben we nog enkele close encounters met giraffen. Na ongeveer 3 uur komen we aan in Miriakamba hut (2500 m). Daar zullen we overnachten, want we moeten de hoogte gewoon worden. Als John en de dragers boven komen dragen ze zo'n kleine 30 kilo op het hoofd.
Als ik 's avonds de slaapzakken op de bedjes leg is er aan het einde van het bed nog een stukje slaapzak over.

Woensdag

Het was een moeilijke nacht. Veel te vroeg in bed (om 18u is het pikdonker), geluidjes die we niet kennen, een beetje last van de hoogte. Het ontbijt is erg uitgebreid. Rond 8u30 vertrekken we bergop naar Saddle hut op 3500 m. u lopen we door het echte oerwoud. De Kilimanjaro ligt de hele tijd te blinken in de zon. De klim is vrij zwaar, niet alleen lichamelijk, maar we krijgen last van de hoogte. Onderweg zien we wat bush bucks, gevogelte en veel mieren.
Rond 11u45 komen we aan in Saddle hut. We moeten rusten en acclimatiseren. Om 16u beklimmen we Little Meru (3800 m) om aan de hoogte gewoon te worden.

Om 12u30 's nachts zullen we gewekt worden voor de tocht naar Meru, zodat we de geweldige zonsopgang kunnen zien boven de Kili.
We slapen niet, want onze hartslag lijkt 150 per uur te gaan. De hoogte speelt ons parten. Na La-ang wachten komt John ons halen.
We beginnen aan de laatste tocht. In het pikdonker, met 3 lampjes voor 4 personen, genieten we van een schitterende sterrenhemel. Zelfs de melkweg is hier te zien. Probeer dat maar eens in Belgie. In Kenia is het aan het bliksemen.
Even later wordt de ranger hoogteziek en grieperig en die keert terug met 1 van de lampen. Het gaat nog altijd goed, we zijn in form.
Maar, nog wat later zijn onze batterijen leeg van de zaklamp. Nu hebben we nog 1 lichtje voor3 personen en het is geen wandelpad, maar een klim over rotsen, langs diepe afgronden (al zien we dat gelukkig niet)
Rond 6u zien we de mooiste zonsopgang van de wereld.
Dan moeten we nog naar de top. Ondertussen zitten we op ongeveer 4500 m. Het wordt nu erg moeilijk. Te weinig zuurstof in combinatie met een zware klim. Gelukkig is het licht. De beklimming is zo zwaar dat het niet te beschrijven is. De Mont Ventoux of de Dodentocht is er niets bij.
Op de top gekomen zijn we uitgeput. We genieten van het zicht, maar moeten snel weer naar beneden, we liggen al 1 uur achter op schema en krijgen last van hoogtziekte.
De terugtocht is nog zwaarder dan de beklimming. De kraterwand bestaat namelijk uit een stuk of 10 pieken, die je telkens moet beklimmen en afdalen.
Om 12 uur komen we eindelijk aan in het kamp, we zijn 11 u onderweg geweest, zonder eten, terwijl we normaal maar 8u weg hadden moeten zijn.
John zorgt voor een verrassing: we krijgen frietjes als beloning.
Na het eten dalen we nog verder af, naar Miriakamba hut.
We slapen er als rozen.
De knietjes doen pijn, de spieren ook, maar als we de dag nadien aan de gate aankomen zijn we erg tevreden dat we het haalden.

Geen opmerkingen: