Ik heb weinig geduld. Ik weet dat. Sommige mensen zoeken bij zichzelf zaken waaraan ze willen werken. Karaktertrekken die ze willen verbeteren. Niet ik. Ik heb volstrekt geen intentie om meer geduld ten berde te brengen. Ik ben een ongeduldige mens.
Eens ik een beslissing neem, wil ik die zo snel mogelijk uitvoeren. Dat schuilt ook in kleine zaken. Soms zijn we ergens op bezoek. Mijn madame zegt dan ‘we zullen eens doorgaan’. Waarop ik rechtsta, mijn spullen bijeen grijp, mijn jas omsla en wil vertrekken. Mijn madame blijft dan zitten, zegt nog drie keer dat we zullen doorgaan en een half uur later zijn we effectief weg. Ik neem snel beslissingen, maar soms duurt het lang voor ik ze neem. Ik beslis in een fractie van een moment, ook over grote zaken. Maar het kan dagen of zelfs weken borrelen voor ik tot het moment van beslissen kom en tussendoor veranderen alle omstandigheden continu.
Ik ben niet goed in lang hetzelfde doen. Afwassen ben ik steevast moe wanneer de laatste stukken staan uit te druipen, hoewel dat meer psychologisch is en te maken heeft met iets afwerken. Zodra ik het gevoel heb dat ik het belangrijkste heb geleerd uit een activiteit, hoeft het voor mij niet meer. Repetitieve handelingen zoals poetsen zijn een kwelling. Je hebt geen toonmoment, haalt er geen glorie uit en binnen de kortste keer is de vrucht van uw arbeid ongedaan gemaakt.
Het is zomer en ik wil buiten spelen. Rondhangen terwijl het warme plensdruppels regent. Ik wil niets doen en daar bijzonder goed in zijn. ’s Middags op café zitten en koffie drinken met oude mannetjes. Doelloos dagen doorbrengen. Compleet onnuttig. Mensen leren kennen die hetzelfde doen en daar ook goed in zijn. U oprecht vervelen en daar stiekum blij om zijn. Mijn geduld is op. Ik wil de komende twee maanden niet functioneel zijn. Het overwegen waard, maar de beslissing volgt niet.
Deze tekst staat op Pietel.be, maar het is er djoef op
Geen opmerkingen:
Een reactie posten