Een levensbedreigende wandeling van drie uur door en langs afwisselend een steppe, de bidonvilles van Kalken om overvallen te worden, een ex-winkelcentrum, drie vergeten authentieke Schellebelse huizen, een autosnelweg aan de waterkant, drie bomen en twee bruggen, de Maas, de Schelde of de Rijn (we willen er vanaf zijn) overgestoken op een pluim (of zoiets, alleszins iets ornitologisch) (ah ja: een veer), veel zwalpende fietsers en tenslotte een café alwaar een frisdrank ons opwachtte.
Vooraf had Wendie iemand bevrijd van brood door domweg door het mens hare winkel te wandelen én was het beginnen misten.
De auto's werden verdeeld onder de deelnemers en na een stuk off road in de prachtige stede Melle kon het gezaag een aanvang nemen. Ik heb honger. Ik heb dorst. Is 't nog ver? De sfeer was uitgelaten, zeker toen iemand ook nog in zijn broek kakte.
Fluks vatten we de tocht aan, de boot zonk net niet, het asfalt zag er onberispelijk uit en een hond werd in de aanpalende velden gegooid.
Een fietswedstrijd werd gepland, maar alvorens wij verdacht konden worden van sportieve aspiraties doken wij het veld in. Kenners hadden ons gewezen op een niet te versmaden maar nergens vermeld pluspunt van de wandeling: er was een Straat waar een Café was met een Terras. Na een omtrekkende beweging langs een meers (u leest het goed), twee knotwilgen en een twaalftal medewandelaars die aan hun koortsige blik te zien ook op zoek waren naar hét Terras, zegen wij neer op dat terrasje en gooiden wij het voor de rest van de middag op een akkoord met de weergoden. We bestelden een sloot schuimende substantie en bespraken de toestand in de wereld. Ha, dat was genieten.
Toen ging het alarm af en moesten we dringend naar Kortrijk. Een metropool alwaar alarmen luid en langdurig rinkelen en de buren met knotsen en oerkreten hun ongenoegen duidelijk maken. Terwijl de rest drie flessen Cava ritueel offerde, offerde Steven zichzelf op, enige incidenten deden zich voor, de straat werd schoongespoten en van de weeromstuit en de honger togen wij opgewekt naar het huis van Sarah en Steven, een etablissement dat in zijn kelders autochtone voeding verstrekt per vierkante meter. Dat moesten ze ons geen twee keer zeggen. Manmanman, dat ging er lekker in.
Zingend vatten we de nachtelijke terugtocht aan en bereikten tegen de vroege ochtend de vroede stede Gent. Het was alweer een onvergetelijke dag geweest in het verre boerenland in een feilloze organisatie van Wendie en Sarah.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten