Vrijdagmorgen: Ploppie eet nog altijd niet.
Wij naar het UZ met het beest. Als het een darmobstructie was, konden we het beter zo snel mogelijk weten. Na de nodige foto’s en echo’s kon de dierenarts ons vertellen dat het zeker geen darmobstructie was. Wat het dat wel was, was niet helemaal zeker, maar het liefste zou ze Ploppie daar houden voor het weekend. Aan een infuus leggen en zo, het beest was ook al wat uitgedroogd. Dat was niet echt nodig, het zou 500 euro kosten, maar op maandag zouden we tenminste weten wat er aan de hand was.
Of we toch op reis konden vertrekken? Met Ploppie uiteraard.
Dat kon, maar dan kon ze ons geen garanties geven. Het was niet echt een risico en veel zorgen hoefden we ons niet te maken. Mocht het erger worden, dan konden we nog altijd naar een Italiaanse dierenarts.
Wij met onze fiat en onze gehavende Citroën naar huis. 270 euro lichter voor de onderzoeken en daarna nog eens 80 euro voor de nodige medicatie. Een Afrikaans kindje kan er ongetwijfeld zijn hele jeugd de nodige medicijnen voor krijgen en een degelijke scholing daarbovenop. We zijn decadente Westerlingen.
In plaats van om 9 uur vertrokken we om 14u45. Nog een mailtje naar ons hotelletje in het Zwarte Woud dat het vertrek – en dus ook de aankomst – met enkele uren uitgesteld waren.
Het grote voordeel van een vertrek om 14u45 is dat alle ochtendfiles opgeklaard zijn. We reden richting Brussel, de ring op, naar Luxemburg, allemaal zonder fileleed. Heerlijk was dat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten