Pagina's

zondag, juni 21, 2009

W² in Toscane (5)

We zouden Firenze bezoeken. De mooiste stad van Italië, het Gent van het zuiden. De verwachtingen waren hooggespannen. Helaas. Firenze is luid, lawaaierig en luid. Stadsbussen worden ongetwijfeld geselecteerd op het aantal decibels dat ze produceren. Er wordt overal met lawaaierige drilboren en pikeurs gedrilboord en gepikeurd. De mobiletten ontbreken een knalpot. Vreemd genoeg werd er weinig getoeterd. Gelukkig maar, anders werden we volledig hoorndol.

We wandelden doorheen de stad, langs de hoogtepunten. De duomo is een staaltje van protserigheid. Kijk eens hoeveel geld wij hebben. Oh, en heb je de koepel al gezien.






Na de middag was het heet, zochten en vonden we een terrasje. Nu ja, vonden... het lag daar gewoon voor het grijpen. Het was het terrasje van een degustatiehuisje. Geheel toevallig. Op zo’n moment kun je natuurlijk niet anders dan degusteren. We bestelden een glaasje spumante. En dan nog eentje. En een bordje Italiaanse kazen. Het was waarlijk heerlijk toeven op het terrasje.


Toen was het tijd om huiswaarts te keren. We waren slim genoeg geweest om het adres te noteren waar de auto geparkeerd stond. Helaas was de auto verdwenen toen we het adres terugvonden. In Italië staat iedereen gigantisch fout geparkeerd. Dubbel. Tripel zelfs, als de noodzaak er is. Nog nooit een auto getakeld. Dat is allemaal geen probleem. Maar een buitenlander die een millimeter buiten de lijntjes parkeert, die heeft het zitten. Vreemde valuta in het land binnenhalen. Euri met de beeltenis van Albert op de achterkant. Dat wel, ja. Ts.

We trokken naar de academie voor carabinieri, die daar toevallig vlakbij lag. Een behulpzame carabinieer hielp ons en telefoneerde naar zijn collegi carabinièros. De auto was dus weggetakeld en stond nu 7 km verder. Het zou ons 102 euro losgeld kosten.

Na een fikse wandeling onder een schroeihete zon, vonden we onze auto terug. De parking stond vol auto’s en brommers. Ongeveer een derde met buitenlandse nummerplaat. Toeval? Ik dacht het niet. Na wat heen en weer gediscussieer en de betaling van het losgeld, kregen we onze Berlingo terug. Even overwogen we om te zeggen dat er plots een bluts in de auto zat, maar dat durfden we toch niet goed.

Na een flitsbezoek aan een Italiaanse supermarkt, waar we de levensnoodzakelijkheden insloegen (diverse spumanti, een selectie fijne Toscaanse wijnen en wat olijven) aten we gezellig een kaastafeltje op ons terras.

Geen opmerkingen: